De CDS-technologie werd voor het eerst ontwikkeld voor de verwijdering van SO2 in kolengestookte elektriciteitscentrales. Tegenwoordig wordt deze technologie ook gebruikt bij de rookgasbehandeling voor industriële ovens en ketels die biomassa, industrieel of huishoudelijk afval als brandstof gebruiken.
Met het CDS-proces kunnen zowel zure gascomponenten als microverontreinigingen worden verwijderd. Het is gebaseerd op de recirculatie van filterresidu dat bestaat uit reactieproducten van sorptiemiddelen en vliegas uit de filter. CDS-eenheden werken uitsluitend met sorptiemiddelen op basis van calcium.
Het CDS-proces bestaat uit een reactor gevolgd door een deeltjesfilter. Een groot deel van de vaste stoffen uit de filter wordt gerecycled in de reactor, waar vers sorptiemiddel wordt toegevoegd. In de meeste gevallen wordt water in de reactor of op de vaste stoffen geïnjecteerd. Toevoeging van water speelt een cruciale rol voor temperatuurbeheersing en om de verwijderingsprestaties te verbeteren. Sommige installaties gebruiken ongebluste kalk (CaO) die gehydrateerd wordt alvorens in het CDS-proces te komen.
Een circulerende droge wasser verjongt het gebruikte sorptiemiddel voordat de filters stroomopwaarts opnieuw worden geïnjecteerd. Het sorptiemiddel is altijd een mengsel van vers en gerecirculeerd product.
Recirculatie van het residu vermindert het verbruik van sorptiemiddelen, vooral in combinatie met toevoeging van water aan het residu. Hiermee kunnen systemen ook hoge niveaus van zuurgasverwijdering bereiken: meer dan 99% voor SO2, SO3, HF en HCl.
De prestaties van CDS worden hoofdzakelijk bepaald door de recirculatiesnelheid en het vochtgehalte van het recirculerende residu. Sorbacal® CDS kan meer dan het dubbele vochtgehalte aan van standaardhydraten, wat ook de vloeibaarheid verbetert. Hierdoor worden de efficiëntie en de prestaties van CDS-systemen aanzienlijk verbeterd. Indien nodig kunnen ook microverontreinigingen worden verwijderd, door toevoeging van PAC, bruinkoolcokes of Sorbacal® Micro.